Kampenreglement
We halen uit het intern reglement (IR) van JNM het artikel 'Organisatie van het kampleven'.
Elke JNM'er wordt verondersteld dit te kennen én ook na te leven.
Van de kampdeelnemers wordt interesse en eerbied voor de natuur en de leefomgeving verwacht, alsook een soepele, open mentaliteit t.o.v. de andere deelnemers.
Daden die de kampsfeer schaden, in het bijzonder alcoholmisbruik, gebruik van andere drugs, storende kliekvorming en auto-excursies zijn verboden. Wat betreft de eerste dient het Drugs- en alcoholbeleid gevolgd te worden. In voorkomend geval beslist de kampcommissie over wat en hoe, die voor vragen omtrent drugs en alcohol terecht kunnen bij de Drugs- en alcoholverantwoordelijke, zoals ook vermeld in het beleid. Van de kampvoorzitter en de andere KC-leden wordt verwacht dat zij het kamp in zo'n sfeer en mentaliteit laten verlopen dat vermelde mistoestanden op een algemene afkeuring van de deelnemers kunnen rekenen. KC’s die hierin hun verantwoordelijkheid niet nemen kunnen door het Hoofdbestuur of de Algemene Vergadering tot de orde worden geroepen en van verdere kamporganisaties worden uitgesloten.
Alle kampdeelnemers helpen bij de bereiding van de maaltijden en andere “huishoudelijke” taken. Indien er onvoldoende vrijwilligers worden gevonden voor de uitvoering van de onderscheiden corvee‐ taken, zal de foer een beurtrol vastleggen of zo vaak als nodig zelf de corveeploegen aanduiden.
De geplande activiteiten, eventueel met keuzemogelijkheid, worden steeds bekend gemaakt door de excursieleider of werkleider.
Van elke kampdeelnemer, de corvee uitgezonderd, wordt verwacht dat die deelneemt aan de activiteiten. Kampdeelnemers die daaraan niet wensen deel te nemen, moeten hiervan steeds de kampvoorzitter op de hoogte stellen en hun motivatie meedelen. De kampvoorzitter beslist dan of een eventuele vrijstelling wenselijk is.
Op elk kamp kan beslist worden een rustdag te organiseren. Deze rustdag wordt niet vastgelegd door de kampcommissie alleen, maar door alle kampdeelnemers. Op die dag is eenieder vrij te doen wat die wil, op voorwaarde dat de kampvoorzitter op de hoogte wordt gehouden en dat de ontplooide activiteiten niet indruisen tegen de artikelen over kampen in het intern reglement.
Indien men de kampplaats verlaat, het dagcorvee uitgezonderd, moet men steeds de kampvoorzitter verwittigen. Indien het om een beperkte ochtend‐ of avondexcursie gaat, moet men ook de excursieleider verwittigen.
Roken is in principe verboden. Enkel indien de kampdeelnemers hierin unaniem expliciet toestemmen, kan het worden toegestaan en dan nog enkel buiten de gemeenschappelijke binnenruimten. Alcohol is verboden op ini‐ & piepkampen.
Elke kampdeelnemer wordt geacht respect op te brengen voor de stilte, rust en/of de duisternis als een andere kampdeelnemer daarom verzoekt.
Tijdens het kamp wordt maximale aandacht besteed aan de naleving van de doelstellingen van de JNM in alle facetten. Inzonderheid dient het gebruik van wegwerpverpakking te worden vermeden en op verantwoorde wijze met voedsel omgesprongen. Binnen JNM wordt op een bewuste en realistische manier zo ecologisch mogelijk gegeten. Ecologisch wordt gezien als de beste combinatie van lokaal, biologisch, plantaardig en seizoensgebonden.
Op JNM‐kampen wordt er vegetarisch of veganistisch gekookt. Indien een kampdeelnemer iets niet wenst te eten, kan die dat op voorhand met de foer bespreken en vragen een alternatief te voorzien. Deze mag dit in principe niet weigeren. Ook kan er om specifiek eten gevraagd worden. De foer mag deze vraag weigeren, uitgezonderd indien dit gevraagd wordt voor medische redenen. Specifiek eten omwille van religieuze redenen kan op voorhand besproken worden met de foer. De foer dient bij elke vraag rond specifiek eten op voorhand op de hoogte gesteld te worden.
De kampcommissie kan, in het uiterste geval, iemand van het kamp wegsturen; hiervoor moet zij uiteraard wel achteraf verantwoording afleggen aan het Hoofdbestuur. Bij de beslissing tot wegzenden van een minderjarige dient de kampvoorzitter vooraf telefonisch de ouders of voogd te verwittigen, alsook het nationaal secretariaat.
Elke kampdeelnemer is onderhevig aan de artikelen over kampen in het intern reglement en wordt geacht ze na te leven.
Elke kampdeelnemer die deelneemt aan een kamp waar een fiets vereist is, dient in het bezit te zijn van een fiets die wettelijk volledig in orde is. Op piep‐ en inikampen dienen alle kampdeelnemers een fietshelm te dragen tijdens de fietstochten.
Het gebruik van een mobiele telefoon (gsm) wordt enkel toegestaan op kampen voor gewone leden. Het gebruik van een gsm op piep‐ of inikampen is verboden voor niet‐KC‐ leden.
Artikel 80 van het Intern Reglement vermeldt verder nog het volgende over de houding naar dieren en andere organismen:
Het doden van wilde dieren moet vermeden worden, uitzonderingen mogen gemaakt worden indien dit ten voordele is van natuurbeheer, het nodig is voor natuurstudie, het gaat om dieren uit hun lijden verlossen of er een duidelijk overlast veroorzaakt wordt door de dieren.
Het onnodig pijnigen, martelen of beschadigen van organismen moet worden vermeden.
Dieren hebben een recht op vrijheid. Dit houdt in dat we dieren laten leven in een omgeving waar aan hun fysiologische noden worden voldaan. Een uitzondering kan gemaakt worden als dit in functie is voor natuurstudie. Hierbij dient het lijden en stress geminimaliseerd te worden.