Terugblik op Knotkamp editie XXVII

JNM Zuidwest-Brabant

Wij blikken tevreden terug op de zevenentwintigste editie van ons Knotkamp: drie knotrijen, vijftig deelnemers en vijftien afdelingen bereikt! En daar nog eens een liefdevol Valentijnssausje over! Hier op onze website kan je nu de foto's bekijken of hieronder een korte kadering en terugblik lezen.

Knotbomen zijn niet weg te denken uit ons Belgische landschap en hebben een hoge natuurwaarde. Toch is er eigenlijk niets natuurlijk aan knotbomen. Geen boom die van nature de vorm van een knotboom aanneemt; een knotboom ziet er enkel zo uit door de mens want een knotboom heeft de mens veel te geven. Quasi alle inheemse bomen kunnen tot knotboom worden gemaakt door de top eraf te zagen als ze nog jong zijn; zo heb je knotbeuken, -eiken, -essen, -elzen, -populieren, - vlieren en nog veel meer. In de Lage Landen is de meest voorkomende soort als knotboom de schietwilg (Salix alba), die van nature voorkomt bij stromend water.

Eeuwenlang leverden ze hout dat gebruikt werd voor tal van toepassingen in het traditionele landbouwsysteem: als brandhout, om manden mee te vlechten, om tal van constructies mee te bouwen en als loofhooi (voer voor het vee). Daarnaast hielpen knotbomen bij het afbakenen van perceelsgrenzen, het stevig en droog houden van de bodem en het tegengaan van erosie.

Kortom, knotten is dus niet echt natuurbeheer, maar eerder landschapsbeheer. Toch hebben knotbomen naast een erfgoedwaarde ook een hoge natuurwaarde. Men noemt knotbomen wel eens ‘een biotoop op zichzelf’: ze bieden een broedplaats aan vogels als de steenuil, huisvesten tal van planten, fungi en korstmossen, zijn waardplant en nectarleverancier voor een brede waaier aan insecten en fungeren als corridors langs waar dieren kunnen migreren tussen natuurgebieden.

Die laatste functie werd mooi geïllustreerd tijdens deze zevenentwintigste editie van het kamp: we begonnen nl. met een knotrij op de Veugeleer, het stuk land tussen de Berendries en het Maasdalbos (de twee voornaamste natuurgebieden beheerd door Natuurpunt Halle). Deze site wordt in het kader van het Plan Boommarter geleidelijk aan heringericht om tot een ecologische verbinding tussen beide gebieden te komen. Ook de percelen rond de knotrij waar we twee dagen aan werkten zijn onlangs verworven door Natuurpunt. Binnen twee jaar zal deze zone ingericht worden en zal de Berendries dus met zeven hectare groeien.

Daarna werkten we nog twee dagen aan knotrijen bij een particulier aan de Alsput en op een perceel van het Agentschap voor Natuur en Bos ten zuiden van Breedhout.

Het was fijn om te zien hoe het kamp weer is gegroeid naar een mooie opkomst van vijftigtal deelnemers van vijftien verschillende afdelingen en een groot, enthousiast KC (aan wie ik veel dank en liefde wil betuigen). Na dit schitterende kamp ben ik alweer benieuwd waar we volgend jaar voor het landschap zullen zorgen.

Raf