Referendum: veganisme binnen JNM

Van 1 juli tot 29 juli loopt binnen JNM een referendum over het veganisme. Alle ini’s en gewone leden mogen hun stem uitbrengen via Election Runner, een online stemplatform. Daarvoor ontvang je een unieke stemcode via mail.

Over dit referendum

Elk jaar organiseert JNM op het zomercongres een algemene vergadering (AV), waar leden voorstellen kunnen doen om het intern reglement of de statuten aan te passen. Op die AV werd er in 2024 onder andere besloten dat JNM veganistisch zou eten. Concreet is JNM Nationaal sinds september 2024 veganistisch; de afdelingen zouden in september 2025 volgen. Een belangrijke nuance is dat producten van een lokale bioboer wel nog mochten worden geconsumeerd, net als producten die anders in de vuilbak zouden belanden. 

Om deze omschakeling in goede banen te leiden, werd de veganismecommissie opgericht. Die werkte dit werkjaar aan manieren om het veganisme laagdrempelig te introduceren. Zo was er de Salatlas, een Euglena-editie vol recepten, en ging de werkgroep op vraag van verschillende afdelingen bij hen langs voor een kookatelier op maat. 

Terwijl de werkgroep aan die projecten werkte, werd duidelijk dat een groep JNM'ers zich niet gehoord voelde. Die JNM'ers haalden aan dat er slechts weinig JNM'ers op de bewuste AV aanwezig waren, waardoor de stemming niet representatief zou kunnen zijn en dat pas laat bekend werd gemaakt dat het veganisme besproken zou worden op de AV. Met de intentie om ditmaal alle JNM'ers te bevragen, startte een groep afdelingsvrijwilligers een referendum op. Een referendum opstarten is geen licht werk; er moesten maar liefst 176 stemgerechtigde JNM'ers (ini's en gewone leden) een aan de bondsvoorzitters gerichte open brief ondertekenen. Met dat doel werd de open brief opgesteld en uitgestuurd. 

Ondertussen heeft de open brief voldoende handtekeningen verzameld en gaat de stemming van het referendum van start. Ini’s en gewone leden kunnen stemmen van 1 tot en met 29 juli.  

Een referendum is niet bindend. Dat betekent: het resultaat moet nog steeds goedgekeurd/bekrachtigd worden op een AV. Wat de uitkomst ook is, er moet dus sowieso een motie (een voorstel tot aanpassing) worden ingediend, waarin de resultaten van het referendum als argument of voorstel tot wijziging van het Intern Reglement dienen. Wel zal het resultaat van dit referendum een duidelijk en representatiever beeld schetsen van wat JNM’ers vinden van het veganisme binnen onze jeugdbeweging.  

Het eten op activiteiten, kampen en vergaderingen van JNM Nationaal blijft sowieso veganistisch. Het referendum gaat dus over welke afspraken er zullen gelden voor afdelingen.  

De stemming zal uit drie delen bestaan:  

  1. Wat moet er gebeuren met verplicht veganistisch koken voor afdelingen? 
    (Rangschik volgens je eigen voorkeur) 
    - volledig afschaffen 
    - overgangsperiode verleggen naar september 2027, tijdens de overgangsperiode zal op kampen minstens één dag volledig veganistisch gekookt worden 
    - overgangsperiode verleggen naar september 2026, tijdens de overgangsperiode zal op kampen minstens één dag volledig veganistisch gekookt worden 
    - houden zoals het is 

  1. Wat moet er gebeuren met verplicht veganistisch koken op afdelingsactiviteiten gericht naar externen*? 
    (Rangschik volgens je eigen voorkeur) 
    - het volledige aanbod moet veganistisch zijn 
    - minstens de helft van het aanbod moet veganistisch zijn 
    - geen verplichting tot veganistisch koken 

    *zoals: pannenkoekenslag, kaas- en wijnavond, spaghettiavond, wafelverkoop…

  1. Hoe communiceren we over voeding bij JNM? 
    - JNM volgt de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad en communiceert open en duidelijk over het gevolgde dieet naar ouders en leden 
    - we zetten niks over richtlijnen of communiceren in het intern reglement

Hieronder vind je de argumenten voor en tegen het veganisme binnen JNM. Lees de argumenten goed door zodat je een geïnformeerde beslissing kunt nemen. Daarna kan je stemmen. Ben je ouder/voogd van een stemgerechtigd lid? Lees dan samen de argumentatie en laat het lid een beslissing nemen zodat de stemresultaten zeker de mening van JNM’ers zelf reflecteren. We willen ook onze jonge leden de kans geven om kritisch mee na te denken over de toekomst van JNM.

Waarom is veganistisch koken en eten haalbaar in JNM?

Praktijk

Er zijn talrijke voorbeelden van afdelingskampen, cursussen, ouderavonden, congres,… waar al volledig veganistisch gegeten werd, waar dit goed verlopen is en waar de maaltijden minstens even lekker waren. Plotseling veganistisch koken kan een grote stap lijken, maar in de praktijk zijn het vaak maar kleine aanpassingen die gedaan moeten worden zoals koemelk vervangen door plantaardige melk.  

Leerproces

De uitdagingen moeten ons niet tegenhouden om het gewoon te proberen. Net zoals de overschakeling in de jaren ‘90 naar het vegetarisme zal deze transformatie in het begin niet altijd even makkelijk zijn, maar al doende zullen we veel leren. De overgang zal zich pas echt ontvouwen wanneer JNM’ers effectief ook aan de slag gaan met veganistisch koken en eten. Om deze reden heeft het uitstellen van veganisme binnen afdelingen weinig zin. Ook op het vlak van klimaat is het belangrijk dat nu beslissingen gemaakt worden. Bovendien is niet duidelijk hoe één of twee overgangsjaren er concreet ook zullen uitzien. 

Ondersteuning

De veganismecommisie heeft afgelopen jaar informatie en tips verspreid om kampen te ondersteunen bij het aanbieden van evenwichtige maaltijden. Enerzijds via een Euglena-editie die gevuld is met allerlei recepten en anderzijds via kookateliers op maat van afdelingen. Op die manier is er geprobeerd aan de slag te gaan met de vragen en bezorgdheden die naar voren kwamen. De ondersteuning volgende jaren zal verder worden uitgebouwd naargelang de vraag. 

Prijs en toegankelijkheid

Veganistische maaltijden kosten niet noodzakelijk meer dan vegetarische maaltijden. Dit hangt af van de producten die je koopt, maar groenten zijn over het algemeen goedkoop. Kaas is vaak een grote kost en die vervangen door een hummus of andere lekkere spreads is goedkoper. Afgelopen jaren is het aanbod aan veganistische producten in supermarkten ook sterk toegenomen. Hiernaast verdwijnt het prijsverschil tussen dierlijke producten en hun plantaardige alternatieven. Sommige plantaardige alternatieven zijn inmiddels de meest economische optie geworden (bijvoorbeeld sojamelk). 

Eén gerecht voor iedereen

Een praktisch voordeel van veganistisch koken binnen JNM is dat voor meerdere mensen hetzelfde gekookt kan worden. Vandaag zijn er in JNM al een flink aantal personen die (bij voorkeur) veganistisch eten. Hiernaast is lactose-intolerantie veel voorkomend (18% van de Noord-Europeanen is lactose-intolerant) en zijn er ook een aantal mensen die simpelweg geen kaas lusten. Voor deze groepen is het dan makkelijker als één veganistische maaltijd wordt gekookt, zij hoeven zich dan ook minder een buitenbeentje voelen. Hiernaast is het voor de foers ook praktischer, aangezien zij dan slechts één maaltijd hoeven voorzien om te voldoen aan de noden van velen.   

Drempel verlagen

Een volledige overschakeling naar veganisme maakt het ook een pak makkelijker voor personen die graag milieubewuster willen eten, maar hier toch drempels bij ervaren omdat bijvoorbeeld kaas toch al aanwezig is. Door standaard veganistisch eten te voorzien vergt milieubewuster eten geen extra inspanning.  Natuurlijk leeft er ook de zorg dat veganisme omgekeerd ook een drempel kan creëren. Deze zorgen begrijpen we: het kan een barrière zijn voor de buitenwereld, maar het kan ook juist deuren openen naar nieuwe gesprekken en begrip. Zo kunnen we anderen uitnodigen om samen te ontdekken hoe lekker en gevarieerd plantaardig eten kan zijn. Het draait niet om het prediken van één levensstijl, maar om het openstellen van mogelijkheden, en het inspireren om bewuste keuzes te maken. 

Soms plantaardig eten ≠ veganist zijn

Af en toe veganistisch eten is niet hetzelfde als effectief veganist zijn. Voor die één of meerdere weken per jaar op JNM-kamp kan het voedingsstofgewijs geen kwaad om veganistisch te eten, ook niet voor jonge kinderen. Indien wel voor een volledig veganistisch dieet gekozen wordt, raadt de Hoge Gezondheidsraad dit niet af voor kinderen ouder dan vier jaar. Wel benadrukt de Hoge Gezondheidsraad het belang van evenwichtige voeding en voldoende aandacht voor de dagelijkse nutriënteninname. De adviezen van de HGR hebben ook enkel betrekking tot het volgen van een veganistisch DIEET, niet op het af en toe plantaardig eten. In een context waarin het een wenselijk zou zijn voor iedereen om minder dierlijke producten te eten, is veganistisch koken en eten op JNM een goede kennismaking en stimulans voor velen. Er wordt lang niet voorgesteld dat elke JNM'er veganistisch wordt, enkel bewustzijn gecreëerd tijdens de activiteiten. 

Voedingsveiligheid op warme kampen

Veel plantaardige producten zijn langer houdbaar. Dierlijke producten daarentegen bederven vaak redelijk snel. Zo voorkomt plantaardig koken en eten zowel zieke JNM’ers als voedselverspilling. 

Conformiteit

Op dit moment wordt er op nationale activiteiten reeds standaard veganistisch gekookt en gegeten. Een conforme regeling, waarin op alle JNM-activiteiten veganistisch gekookt wordt, zendt één duidelijk signaal uit naar zowel vrijwilligers, als leden en ouders/voogden. Op deze manier wordt verwarring rond wanneer precies veganistisch gekookt moet worden vermeden. 

 

Waarom moeten we als JNM veganistisch koken en eten in een maatschappelijke context?

Een beweging starten

De meeste uitdagingen rond veganisme zijn grotendeels te wijten aan het feit dat men relatief weinig plantaardig eet vandaag. Als meer mensen vaker plantaardig eten zal de markt hierop inspelen en ook meer aanbod voorzien. Hiernaast zal het imago van en de kennis over veganisme ook verbeteren als meer mensen plantaardig eten. JNM transformeren naar een beweging die veganistisch kookt en eet, brengt zo de bal aan het rollen. Tegelijkertijd kan JNM ook een voorbeeld zijn voor andere verenigingen en externen. Op deze manier kan een kleine verandering die we maken binnen onze jeugdbeweging voor een grotere verandering in de maatschappij zorgen. In dat licht vinden wij het ook belangrijk om plantaardig te koken op activiteiten met externen, zo komen zij op een (hopelijk) positieve manier in contact met veganistisch voedsel en gaan ze zelf sneller plantaardig koken en eten.  

 

Waarom veganistisch koken en eten?

Ecologische gevolgen

De bemesting voor voedergewassen zorgt voor een aanzienlijke verhoging aan stikstof en fosfor, die op hun beurt sterke negatieve gevolgen hebben op ecosystemen. Deze stoffen verhogen de hoeveelheid nutriënten in de grond, wat slechts een goede zaak is voor een select aantal planten. Deze planten worden dominant en verdrijven andere soorten, met een verlies aan biodiversiteit als gevolg. Hiernaast worden ook de waterlopen vervuild door stikstof en fosfor. Bovendien verdwijnen ecosystemen ook omdat veeteelt meer en meer ruimte inneemt. 

Ruimtegebruik

Er is heel veel landbouwgrond nodig voor de productie van zuivel, zowel voor grond waar koeien op grazen als voor veevoeder. Bijna 30 % van het totale landoppervlak en 70 % van alle landbouwgrond wereldwijd wordt gebruikt voor het produceren van dierlijke producten. In Vlaanderen worden 55 % van de gewassen gebruikt als veevoer. Een meer plantaardig voedingspatroon verlaagt de druk op vruchtbare grond en maakt deze enorme oppervlaktes vrij die we kunnen gebruiken voor natuurherstel, boslandbouw, of duurzamere vormen van voedselproductie. Een wereldwijde overstap naar veganisme zou het nodige landbouwoppervlak tot vier keer verkleinen. 

Hulpbronnengebruik

De productie van dierlijke eiwitten vergt veel meer water, energie en andere hulpbronnen dan de productie van plantaardige eiwitten. Zo is voor het produceren van één liter sojamelk (slechts) 300 liter water nodig, tegenover 1000 l voor één liter koeienmelk. Door meer plantaardig te eten verlichten we de druk op deze hulpbronnen en de ecosystemen die hierrond gevormd zijn, wat ten goede komt aan zowel de biodiversiteit als wij als mens. 

Klimaatopwarming

Dierlijke producten dragen sterk bij aan het broeikaseffect. De veeteelt, waar de zuivelproductie deel van uitmaakt, is verantwoordelijk voor 15 tot 20 % van de wereldwijde CO₂-uitstoot. Die uitstoot is  vergelijkbaar met de uitstoot van de volledige transportsector. 

Dierenwelzijn

Met JNM geloven we sterk in zorgdragen voor natuur en milieu. Het ligt dan ook binnen onze visie dat ook dieren niet mogen afzien. Door plantaardig eten kom je op een krachtige manier op voor een rechtvaardigere (dieren)wereld. Door geen ei te eten steun je geen industrie waarin snavels van kippen worden afgeknipt om pikgedrag te voorkomen. En door geen zuivel te consumeren vermijd je dat kalfjes worden weggehaald bij hun moeder. 

Een stem voor niet-mensen

Levende organismen en ecosystemen hebben baat bij de beslissingen die wij maken. Zij kunnen echter niet stemmen op dit referendum. Daarom is het belangrijk ook aan hen belangen te denken bij het uitbrengen van een stem. Wij zijn ervan overtuigd dat de belangen van niet-mensen, maar ook de gehele planeet, het meest gediend worden door te kiezen voor veganistisch koken en eten. Dit ligt in lijn met de collectieve waarden die we als JNM dragen. 

Lees hier een uitgebreidere versie van deze tekst. 

Mogelijke impact 

In een rapport van juni 2025 schrijft De Hoge Gezondheidsraad op p.119: 

“Om bepaalde chronische ziekten en voortijdige sterfte te voorkomen is het aanbevolen zich een gezond milieuverantwoord voedingspatroon eigen te maken dat rijk is aan groenten, fruit, noten, volkorenproducten, vis, melkproducten en peulvruchten en arm aan rood vlees, bewerkt vlees, gesuikerde dranken, snoep en geraffineerde granen. 
Door over te stappen naar een gezond milieuverantwoord voedingspatroon dat meer plantaardig van aard is, beïnvloedt men omgevingseffecten in gunstige zin.” 

De Hogegezondheidsraad  raadt dus af om een volledig veganistisch dieet te volgen. Natuurlijk kan een weekje op kamp veganistisch eten geen kwaad voor de ontwikkeling van een kind, maar als JNM geven wij zo de boodschap dat we dit ‘dieet’ aanmoedigen, ook thuis. Er zijn talloze voorbeelden van kinderen die door JNM ook thuis overschakelden naar vegetarische voeding.  

Bovendien blijkt uit onderzoek dat het belangrijker is om milieubewuste keuzes te maken (bv. lokaal voedsel), op die manier kunnen voedingsgewoonten met beperkte consumptie van vlees en zuivel zelfs een lagere impact op het milieu hebben dan een strikt veganistisch dieet. 

Het komt erop neer dat het belangrijker is om stil te staan bij hoe je eet, en harde grenzen trekken kan zelfs contraproductief zijn. 

Laagdrempeligheid  

Het is spannend voor jonge kinderen om voor het eerst in contact komen met ander eten dan thuis. Het kan een extra stressfactor zijn om bijvoorbeeld op kamp mee te gaan. Dit merken we al bij het vegetarisch eten op kamp. Daardoor gebeurt het soms dat kinderen te weinig eten, net op kamp waar ze continu veel energie verbruiken. Ook kan het voor piepers, die veel houvast nodig hebben, moeilijk zijn om niet te kunnen teruggrijpen naar vertrouwde gerechten of beleg (vb. kaas) in een kampomgeving waarin al zo veel ‘anders’ is dan thuis. Veganistisch eten kan de drempel nog hoger maken. Dit is voor meer mensen nog onbekend, wat het voor ouders/voogden en voor kinderen niet evident maakt om die stap te zetten. Dit kan nieuwe en bestaande leden afschrikken. Het kan als een extreme keuze ervaren worden die niet gesteund wordt door ouders/voogden. Zo bestaat de kans dat we leden met een hart voor de natuur toch afschrikken om naar JNM te komen. Dat zou jammer zijn, want JNM is meer dan veganisme alleen.   

Autonomie van de afdeling  

Afdelingsvrijwilligers zijn het best in staat om in te schatten of de overgang naar veganisme haalbaar is voor hun afdeling. Heeft de leiding ruimte om te experimenteren met veganisme? Lusten de leden voldoende veganistische recepten om er zeker van te zijn dat alle kinderen voldoende en voedzame maaltijden eten op kamp? Begrijpen de ouders/voogden de keuze van veganisme en remt dit hen niet af om hun leden te laten deelnemen aan activiteiten? Veganisme ‘opleggen’ aan de afdelingen kan ervoor zorgen dat de leiding moeite heeft met die keuze te verdedigen naar ouders/voogden of externen toe, als zij zich niet in staat voelen te garanderen dat alle kinderen op kamp of activiteiten voldoende voedzaam eten kunnen eten.   

Veganisme opleggen vs. veganisme aanmoedigen  

Het veganisme niet opleggen aan afdelingen is niet per se synoniem met geen veganistische afdelingen. Afdelingen kunnen dan alsnog (deels) veganistisch eten, zeker als dit aangemoedigd en ondersteund wordt. Dit geeft afdelingen meer ruimte om zelf afgewogen keuzes te maken op basis van het evenwicht tussen milieu-impact, de haalbaarheid en de noden en capaciteiten van de afdeling zelf. Zoals eerder vermeld, kan de milieu-impact van voeding zonder restricties immers even laag zijn als die van een veganistisch dieet. Dit hangt vooral af van de afzonderlijke, milieuvriendelijke keuzes van de afdeling.  

De implementatie  

Door de korte periode tussen het instemmen van de motie en het van start gaan van de regel, is er niet genoeg tijd geweest om tegemoet te komen aan alle hulpvragen en noden van afdelingen en leden. Vanuit Nationaal is er momenteel steun in de vorm van een vegan kookboek (Salatlas) en kooksessies waarbij een afdeling één vegan recept aangeleerd krijgt. Er is echter geen verdere ondersteuning naar afdelingen, zoals financiële steun. Met meer tijd en organisatie kan dit wel worden gerealiseerd. Daarnaast mist er transparantie over de input van experts omtrent het veganisme en de impact ervan op kinderen.  

Aangezien de overstap naar veganisme pas recent gecommuniceerd werd naar leden en ouders, hebben de afdelingen nog niet de mogelijkheid gekregen om met de vragen en bezorgdheden die hierdoor zullen ontstaan, om te gaan. Momenteel heerst er een gebrek aan transparantie naar de ouders en leden, waardoor er veel onzekerheid en frictie kan ontstaan. 

Druk voor de afdelingen  

Uit het vorige referendum rond gebiedsdekkendheid bleek dat we meer willen inzetten op onze bestaande afdelingen over heel Vlaanderen. Dit is echter geen eenvoudige missie: afdelingen versterken vraagt veel tijd, energie, en leiding. Leren veganistisch koken maakt dit doel moeilijker, want dit vraagt bijkomende tijd en energie. Het is immers een uitdaging om gerechten te koken die je nog nooit gemaakt hebt, met ingrediënten waarmee je niet vertrouwd bent, op kamp vaak zonder middelen zoals een oven of mixer. 

Om goed veganistisch te koken op kamp moet je bovendien niet enkel nieuwe recepten meester worden, maar ook een expertise ontwikkelen in het samenstellen van een voedzame en evenwichtige veganistische maaltijd. Niet alle afdelingen hebben de draagkracht en/of capaciteit om zich zelfzeker te voelen als vegan kok.  

Bijkomend wordt er verwacht van afdelingen dat ze zich hebben ingelezen in de argumenten en juist en genuanceerd kunnen antwoorden op vragen van ouders wanneer die onvermijdelijk komen. Ook dit creëert extra druk op vrijwilligers die zich continu inzetten voor onze organisatie.  

Ecologisch, maar haalbaar  

De ecologische voordelen van veganisme zijn niet te ontkennen. Belangrijk om daarbij op te merken is dat ook vegetarisme ervoor zorgt dat er minder wordt uitgestoten en minder water wordt verbruikt. De keuze om te blijven bij vegetarisme is een keuze voor ecologie die gekoppeld is aan haalbaarheid en toegankelijkheid.