Klimaatspel

Milieuwerkgroep

Klimaatspel

Doel:

De deelnemers iets bijleren over het klimaat.

Duur:

Onbepaald

Doelgroep
Ini, Gewoon lid
Aantal deelnemers
Aantal deelnemers: 8 tot 1000
Aantal begeleiders
Aantal begeleiders: 6 tot 1000
Thema
Milieu
Terrein
Natuur, Stad
Seizoen
Zomer, Winter, Lente, Herfst
Benodigdheden
Afgedrukte vragenlijst, Opdrachten voor de postjes 3 + 2 + 2, Jokerkaarten met korte uitleg, Kaartjes CO2-korting van 2, 4 of 6%, Kaartjes beschermingsmateriaal, Materiaal voor het scorebord: emmers/zandbakken, water, zand, grote maatbeker (1l), Pennen en natuurgidsen voor de postjes

SPELVERLOOP

De bedoeling van dit spel is dat de deelnemers iets opsteken over het klimaat. Het spel haalt daarbij verschillende thema’s aan. Het is voor de begeleiding dan ook aan te raden om op voorhand een beetje achtergrondinformatie op te zoeken, indien nodig.

Er zijn 4 landen met allemaal eenzelfde aantal deelnemers. Deze landen hebben elk een bepaalde hoeveel CO2-uitstoot per jaar. De bedoeling van het spel is deze uitstoot zoveel mogelijk te beperken (procentueel gezien) én het land te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de klimaatsveranderingen (overstroming of verwoestijning, afhankelijk van het land).

De VS en Mozambique spelen samen tegen Bangladesh en Nederland. De score wordt bijgehouden aan de hand van 2 emmers: het ‘scorebord’ (zie verder). Eerst en vooral worden de deelnemers verdeeld over de 4 landen, daarna wordt het spel aan de deelnemers uitgelegd. Let op, het spel is niet gemakkelijk en de uitleg gebeurt dus best in de kleine groepjes. De CO2-baronnen kunnen dit bijvoorbeeld doen samen met de m/v/x van het scorebord. (zie verder)

De landen kunnen langsgaan bij postjes waar ze opdrachten vervullen of vragen beantwoorden. Hoe beter ze deze opdrachten vervullen (of hoe beter ze de vragen beantwoorden) hoe meer materiaal ze krijgen om hun landen te beschermen of hoe meer CO2 ze besparen. De verdiende CO2-vermindering blijft geldig voor de rest van het spel!

Als je bij een postje kiest voor de vragen verdien je CO2-besparing en geen beschermingsmateriaal. Als je kiest voor de opdracht dan verdien je beschermingsmaterialen en geen CO2-besparingen. De deelnemers zullen dus een tactische keuze moeten maken.

Vanaf 3 kaartjes ‘beschermingsmateriaal’, krijgen de landen een grotere emmer, waardoor ze zich beter beschermen tegen het oprukkende water of zand. De landen wiens emmer het eerst overloopt hebben verloren, want de anderen hebben zich beter beschermd tegen de gevolgen van de klimaatverandering en/of hebben beter de CO2-uitstoot aangepakt.

De winnaars zijn de landen die het laatst overstromen. Concreet: degenen met het grootste stuk land dat beschermd is, zal een extra CO2-besparing krijgen, die met het tweede grootste stuk ook (maar wel kleiner dan de eerste natuurlijk),…

Postjes

Er zijn in totaal 4 postjes met elk een verschillend thema: broeikaseffect, gat in de ozonlaag, biobrandstoffen, soja, biodiversiteit en CO2-uitstoot. Bij ieder postje kan je kiezen voor een vragenlijst of opdracht (bij sommige postjes ligt de volgorde vast). Als je de opdracht of vragenlijst goed uitvoert krijg je een beloning (CO2-vermindering of bescherming), Voor de opdrachtjes is dit 1 kaartje beschermingsmateriaal. (Niet te streng zijn, ze mogen meerdere malen proberen indien nodig.) Bij de vragen kunnen ze 2,4 of 6 % CO2-besparingen verdienen, afhankelijk van hoe goed ze de vragen beantwoordden én hoe goed hun best ze deden.

De postjes liggen op een onbekende plaats, dus je moet er naar zoeken. Je kan als land maximaal 2 keer langsgaan per postje. Als er al een land bezig is bij een postje moet je wachten (tenzij je mag voorsteken met je jokerkaart) of je kan vragen om de opdracht tegen elkaar (land tegen land) te spelen (dit kan niet bij alle postjes) of gewoon op zoek gaan naar een ander postje. Let op, je mag niet binnen hetzelfde bezoek de opdracht en de vragenreeks van hetzelfde postje uitvoeren!

Scorebord

Er is een centrale post waar de score bijgehouden wordt. De landen zitten in 2 emmers: De VS en Mozambique in een emmer (verwoestijning) en Bangladesh en Nederland in een andere (overstroming). Iedere 5 minuten wordt er 1 liter helder water of bruin water (gekleurd met zand) in de respectievelijke emmers gegoten. Als een land een CO2-besparing komt afgeven aan de centrale post wordt deze procentuele vermindering in acht genomen en wordt er minder water of zand in de bakken gegoten. De vermindering blijft vanaf dan doorheen het hele spel geldig.

De procentuele vermindering wordt steeds berekend op de beginhoeveelheid (1000ml, deze beginhoeveelheid hangt wel af van de grootte van de bak en de landen. Dit moet je dus zelf een beetje testen, wij gebruikten een zandbak in de vorm van een schelp). Concreet gezien wil dat dus zeggen dat je iedere 5 minuten kijkt hoeveel procenten de drie landen uit een bak samen verdiend hebben, Dit vermenigvuldig je met 10ml (= 1%) en dat trek je af van 1 liter. De hoeveelheid die je dan uitkomt, is de hoeveelheid water die je moet toevoegen.
 

De beschermingsmaterialen (die de landen kunnen verdienen) kunnen gebruikt worden om een dijk te bouwen op hun land zodat hun land beter beschermd kan worden tegen de stijgende zeespiegel of oprukkende woestijn. Die dijk wordt weergegeven door een grotere emmer. Hoe groter de emmer, hoe kleiner de kans dat die overloopt en het land vernietigt.

CO2-baronnen

Doorheen het hele spel lopen er 1 à 2 baronnen rond die de landen tussen de verschillende postjes kunnen tegenhouden. Bij deze mensen moeten de landen dan een extra opdracht uitvoeren, zo verliezen ze tijd. Het is dus het beste als je deze mensen ontwijkt. Zodra iemand van de groep getikt wordt door een van de pakkers moet de hele groep stoppen en de opdracht uitvoeren. Als de groep niet wil stoppen of de opdracht niet goed uitvoert, wordt een deel van de CO2-uitstoot van dat land teniet gedaan.
De VS kunnen bij een confrontatie met de baronnen hun jokerkaarten gebruiken, maar eens die op zijn, moeten ook zij de opdrachten toch uitvoeren.

Jokerkaarten

Ieder land krijgt in het begin zijn eigen specifieke jokerkaarten om te gebruiken tijdens het spel.

De VS krijgt 2 jokerkaarten die ze kunnen gebruiken tegen de CO2-baronnen (Graaf Jean Jacques Plastiek de Stort van Sluik, Kamiel André de Stink de Poep de Ceejotwee). Als ze hun kaart aan hen afgeven mogen ze zonder opdracht uit te voeren doorlopen.

Mozambique en Bangladesh krijgen elk 2 jokerkaarten, als ze ergens aan een post toekomen waar al een land bezig is, mogen ze hun kaart afgeven en moet het land dat bezig is, ophouden (maakt niet uit hoe ver ze al zaten) en mogen zij (Mozambique of Bangladesh) aan de opdracht of vragenlijst van dat postje beginnen.

Nederland krijgt 3 jokerkaarten die ze aan de centrale post kunnen afgeven. Ze krijgen dan een aanwijzing van waar een van de posten zich bevindt en kunnen zo tijd uitsparen.

Handel

Je mag als land steeds een ander land zoeken en onderhandelen over een ruil van gewonnen materialen tegen besparingen of omgekeerd. Als je dus veel beschermingsmaterialen hebt, kan je door te ruilen extra CO2-besparingen bekomen. Dit moet wel gebeuren voordat de materialen in een dijk gebruikt zijn, en voordat de besparingen aan de centrale post gegeven zijn!
 

OPDRACHTEN CO2 BARONNEN

  • Zoek 10 stukken afval en stop ze in de vuilzak.

  • Maak 2 voedselpiramides met 5 verschillende dieren of planten. In totaal 10 verschillende dieren en planten dus! Bijvoorbeeld (en deze dieren en planten mag je niet meer gebruiken): blad bladluis  lieveheersbeestje  mees  sperwer (soort roofvogel)

  • 1 deelnemer (telkens iemand anders) beeld iets uit, de rest van de groep moet raden wat het is. Het zijn telkens dieren die moeten uitgebeeld worden en het enige geluid dat mag gemaakt worden is het geluid van het beest zelf. ( Uit te beelden: ezel, pinguïn, sprinkhaan, varken, pad, reiger, konijn, zeehond, … : tot iedereen van de groep aan de beurt geweest is!)

OPDRACHTEN EN VRAGENLIJST POSTJES

Bij elk postje ligt een vragenlijst en een opdracht. Soms is de volgorde waarin die worden uitgevoerd ook van belang. Dit wordt hieronder dan aangegeven.

Bij de vragenlijsten is het niet de bedoeling heel streng te zijn. Dat ze goed opletten en meewerken is belangrijker dan wat ze al kennen: zeg dit ook zo in het begin. Probeer hen hints te geven en in de juiste richting te sturen. Probeer ook iedereen aan het woord te laten komen!


 

1. Broeikaseffect

Begin met de vragenreeks, daarna pas de opdracht.


Vragenreeks

1. Kan iemand van de groep het broeikaseffect simpel uitleggen?

De aarde wordt verwarmd door de zon, maar hij reflecteert een deel van de zonnestralen ook terug naar de ruimte. Als er echter veel broeikasgassen in de lucht zijn dan geraken die teruggekaatste stralingen niet tot aan de ruimte en blijven die warme stralingen dicht bij de aarde, zodat die opwarmt.

 

2. Kent iemand een voorbeeld van een broeikasgas en weten jullie wat die broeikasgassen uitstoot?

CO2 (CeeOohTwee of koolstofdioxide): vliegtuigen, auto’s, vrachtwagens, … (transport), verwarming (steenkoolcentrales), fabrieken (bij verbrandingen!), bosbranden, kampvuren

methaan(CH4): scheten van koeien, dus veel koeien  veel scheten  veel methaan: dit is een heel sterk broeikasgas! Er zijn ook alsmaar meer koeien. (Ook rijstvelden stoten veel methaan uit, maar moet je niet vermelden, behalve als er een genius in het groepje zit die dit weet)

lachgas (N2O): bemesting (bacteriën maken van een deel van de mest lachgas)

Belangrijkst is dat ze de bronnen kennen, niet de gassen zelf

 

3. Waarom zijn bomen goed tegen het broeikaseffect?

Bomen nemen CO2 op uit de atmosfeer en maken daar zuurstof van. Door die zuurstof van bomen kunnen wij ademen en overleven! Het is dan ook heel slecht dat zoveel bomen worden omgehakt (zoals het Amazonewoud)



4. Als je weet dat bomen helpen tegen het broeikaseffect, waarom denk je dan dat vliegtuigen heel slecht zijn voor het broeikaseffect?

Omdat vliegtuigen hoog in de lucht vliegen en daar CO2 uitstoten duurt het lang vooraleer het gas is gedaald en de bomen het kunnen omzetten!

 

5. Als de aarde verder opwarmt en al het ijs op Groenland smelt zorgt dit ervoor dat in heel de wereld de zee 6m hoger wordt. Welke 2 landen zouden dan voor grote delen overstromen?

A. Nederland

B. Duitsland

C. Bangladesh

D. Brazilië

Nederland en Bangladesh. In België zou in dat geval Brugge aan de kust liggen!

 

Opdracht

De groep kiest één iemand uit en die moet kledingstukken aantrekken van de anderen. In totaal moet die persoon 8 extra kledingstukken krijgen en voor iedere 2 kledingstukken moet de groep een broeikasgas (CO2, methaan(CH4), lachgas (N2O)) of een bron van broeikasgassen geven (transport, steenkoolcentrales (verwarming), verbrandingsovens (fabrieken), bosbranden, koeien (!), kampvuur, …). Met alle extra kledingstukken moet die persoon binnen 1 minuut een parcours afleggen.

Het parcours wordt door touw tussen de bomen aangegeven, de persoon moet onder andere met hulp van de groep door een spinnenweb (tussen 2 bomen gespannen) geraken zonder het touw aan te raken. Achteraf wordt opgemerkt dat het toch veel warmer was met al die kleren (zoals het broeikaseffect ook de aarde zal opwarmen).


 

2. Vegetarisme en vleesproductie

Begin met de opdracht, daarna pas de vragenlijst.


Opdracht

Verdeel de groep in twee. Nu geef je een stelling en de ene helft verdedigt die stelling (ongeacht hun eigen mening), de andere helft is tegen de stelling (ook ongeacht hun eigen mening). De groepen krijgen elk 2 minuten voorbereidingstijd. Jij bent moderator en zorgt ervoor dat de discussie vlot verloopt (soms vragen stellen, hints geven aan groepen die niet zoveel argumenten hebben, zorgen dat het niet in het belachelijke wordt getrokken, …) Voorbeeld: Vlees eten is slecht voor het milieu.

Vragenreeks

1. 44 % van de granen die gekweekt worden op heel de wereld wordt gebruikt als veevoeder. Vooral in Europa en de VS wordt heel veel vlees gegeten en dus veel graan aan de beesten gegeven. Wat is, denken jullie, één van de redenen waarom een vereniging als JNM vegetarisch eet op kamp?

A. Onder andere omdat vegetarisch lekkerder is dan vlees.

B. Onder andere omdat zo veel graan wordt verspild.

C. Onder andere omdat vlees slecht is voor de gezondheid.

Antwoord B. Van al dat graan zou brood kunnen gemaakt worden en zo zou er meer voedsel in de wereld zijn. Voor één hamburger kunnen 3 broden gemaakt worden.

2. Hoeveel kilo graan of soja is nodig voor één kilo varkensvlees

A.1 / B.5 / C.10
Antwoord C

3. Tussen 2003 en 2006 werd er in Brazilië een groot deel ontbost voor de veeteelt en de teelt van soja. Om precies te zijn ging het om 60.000 vierkante kilometer. Waarmee kan je die oppervlakte vergelijken?

A. 2x België / B. 3x België / C. 4x België

Antwoord A


4. Als je vegetarisch eet, moet je er op letten dat je genoeg vleesvervangers eet. Kan iemand van jullie het woord vleesvervanger uitleggen en kunnen jullie een voorbeeld geven?

Vleesvervanger is een woord voor een plantaardig etenswaar dat veel eiwitten bevat. Het vervangt als het ware de eiwitten die een vleeseter krijgt door vlees te eten. Voorbeelden zijn tofu, tempeh, seitan, quorn, …

5. Kan iemand het verschil uitleggen tussen een vegetariër en een veganist?
Een veganist eet niks dat door een dier gemaakt is. Zo drinkt een veganist bv. geen melk omdat die van koeien komt en eet hij/zij geen eieren omdat die gelegd worden door kippen. Zij hebben daar een aantal goede redenen voor, maar het is wel zo dat veganistisch eten als het heel strikt gebeurt niet voor iedereen zo gezond is. Vegetariërs drinken bv.wel nog melk en eten bv. wel nog eieren. Vegetarisch eten is dus zeker niet ongezond. Meer zelfs, vegetariërs eten heel vaak gezonder dan niet-vegetariërs.

6. Hoeveel vlees eet een Belg gemiddeld per dag?

A. 270 gram / B. 150 gram / C. 120 gram

Antwoord A. Dit is veel meer dan gezond is. Als men verkiest vlees te eten is het aangeraden om max. gemiddeld 100 gram per dag te eten. Belgen eten dus bijna drie keer teveel vlees! Vlees eten is bovendien niet goed voor het milieu, zoals ik jullie na de vorige vragen vertelde.

 

3. Hoe je eigen CO2-uitstoot verminderen?

Nodig: pennen


Opdracht

Verzamel de handtekeningen van 20 verschillende mensen op jullie armen, als vorm van petitie tegen de klimaatsverandering.

 

Vragenreeks

1. Wat is groene energie? Geef 2 voorbeelden van groene energie.

Groene energie is energie die wordt gecreëerd zonder te vervuilen en uit een bron die niet uitputbaar is. Steenkoolcentrales bv. maken energie door steenkool te verbranden, waarbij heel veel CO2 de lucht in wordt gestuurd. Voorbeelden zijn windenergie, zonne-energie, getijdenenergie, biomassa-energie, …

 

2. Rangschik de volgende vervoersmiddelen in volgorde van CO2-uitstoot per persoon (van minste naar meeste uitstoot): Bus, Trein, Vliegtuig, Fiets, Auto
Fiets < Trein < Bus < Auto < Vliegtuig

 

3. Hoeveel CO2 stoot het passiefhuis uit dat vanmiddag wordt geopend (wijs naar de nieuwbouw naast de sporthal)?
A. 0 kilogram per jaar
B. 100 kilogram per jaar
C. 100 000 kilogram per jaar
Antwoord A. 0 kilogram per jaar omdat het huis is met veel isolatie (uitleggen!) gekke trucjes om zo weinig mogelijk energie te verbruiken en omdat het huis zonnepanelen heeft op het dak

 

4. Wat zijn goede maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen (meer dan 1 juist antwoord)?
A. Bossen planten
B. Zoveel mogelijk energie besparen door lichten uit te doen en de verwarming een graadje lager te zetten
C. Meer vlees eten
Antwoord A en B. Door veel vlees te eten stoot je veel CO2 uit. (uitleg te moeilijk om te geven. Als ze er naar vragen zeg dat dieren veel eten en dat hun voedsel over lange afstanden getransporteerd wordt - dit is een deel vd uitleg)

 

5. Welke actie wordt in Vlaanderen ieder jaar ondernomen om de aandacht te vestigen op de CO2-uitstoot?

A. Lange mouwendag

B. Dikke truiendag

C. Korte broekendag

Antwoord B

 


 

4. Biodiversiteit en gevolgen van klimaatsverandering


Nodig: natuurgidsen

Opdracht
Determineer 10 verschillende planten of dieren. Als je een plant of dier kent, leg dan uit aan heel de groep waarom het die soort is (kenmerken uitleggen)

 

Vragenreeks
1. In en om een eik leven zeer veel planten, dieren en zwammen. Weet jij hoeveel?

A. 400 / B. 800 / C. 1200

Antwoord A

 

2. Wat zijn exoten? Wat is het probleem hiermee? Noem 3 exoten (planten en dieren).

Exoten zijn soorten die hier niet van nature voorkomen, maar die in ons klimaat makkelijk kunnen overleven. Ze zijn in onze natuur terechtgekomen door de mens (ontsnapt of uitgezet). Het probleem hiermee is dat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben en dat ze broedplaats en eten afpakken van inheemse soorten (bv. door de Canadese Gans heeft de Grutto het moeilijk in de Bourgoyen). Plantexoten overwoekeren dan weer snel..

Hieronder een lijstje als geheugensteuntje – ga misschien zelf op het einde eens de belangrijkste af!

Vogels: Canadese Gans (kijk eens in de weilanden en je ziet er zeker!), Nijlgans, Fazant, Halsbandparkiet

Planten: Reuzenbalsemien (staat iets verder langs de Leie), Amerikaanse vogelkers, Douglasspar, Reuzenberenklauw, Japanse duizendknoop, Amerikaans springzaad

Zoogdieren: Muskusrat, Siberische grondeekhoorn, Beverrat

Amfirepti’s: Roodwangschildpad (bij goed weer te zien in het kanaal onder spoorwegberm), Brulkikker

Vissen: Goudvis, bruine en zwarte dwergmeerval

Insecten: Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje

 

3. Wat is niet waar?

A. Door de opwarming van de aarde (=broeikaseffect) beginnen vogels, zoals de merel, vroeger te fluiten en broeden omdat ze vroeger denken dat het al lente is.

B. Door de opwarming vd aarde komen rupsjes vroeger uit in de lente, waardoor trekvogels minder eten hebben als ze terugkeren uit Afrika

C. Door de opwarming vd aarde worden alle vogels wat bruiner, omdat de zon langer schijnt en het warmer is.

Antwooord C. A is een probleem omdat vogels dan soms al in december of januari beginnen broeden en erna nog heel koude periodes zijn.

 

4. Door de opwarming van de aarde dreigen veel dieren en planten uit te sterven.

Welke van volgende dieren heeft het minst kans uit te sterven:

A. Malariamug / B. Ijsbeer / C. Plankton

Antwoord A! De malariamug zal door de opwarming van de aarde zijn levensgebied uitbreiden en zal waarschijnlijk voorkomen tot in Italië, Spanje en Zuid-Frankrijk. Deze mug brengt een gevaarlijke ziekte met zich mee: malaria. C: als veel plankton zou sterven, zullen ook veel vissen uitsterven, omdat plankton heel belangrijk vissenvoedsel is.

 

Hoeveel procent van de dieren en planten zullen volgens wetenschappers uitsterven als we niks doen aan de opwarming van de aarde?

A. 5 % / B. 15 % / C. 25 %

Antwoord C. Wetende dat het totaal aantal levende soorten planten en dieren geschat wordt op 11 000 000, betekent dat een verlies van meer dan 2 500 000 soorten!!

BENODIGDHEDEN

  • Afgedrukte vragenlijsten/opdrachten voor de postjes

  • 3 + 2 + 2 Jokerkaarten met korte uitleg

  • Kaartjes CO2-korting van 2, 4 of 6%

  • Kaartjes beschermingsmateriaal

  • Materiaal voor het scorebord: emmers/zandbakken, water, zand, grote maatbeker (1l)

  • Pennen en natuurgidsen voor de postjes

VARIATIE(S) OP HET SPEL

Je kan altijd andere vragen maken of extra informatie opzoeken per land/onderwerp.

PDF-versie van deze fiche: https://www.jnm.be/sites/default/files/wysiwyg/users/user1743/klimaatspel_inis.docx