Katoenspel
Lotte Rohde
Doel:
Er zijn verschillende bedrijven, telkens bestaande uit ca. vijf ini’s. Hun doel is om zo veel mogelijk geld te verdienen tegen het einde van het spel.
Duur:
2 tot 3 uur
- Doelgroep
- Piep, Ini
- Aantal deelnemers
- Aantal deelnemers: 6 tot 50
- Aantal begeleiders
- Aantal begeleiders: 5 tot 9000
- Thema
- Milieu
- Terrein
- Natuur
- Seizoen
- Zomer, Winter, Lente, Herfst
- Benodigdheden
- Zie lijst
DOEL VAN HET SPEL
Er zijn verschillende bedrijven, telkens bestaande uit ca. vijf ini’s. Hun doel is om zo veel mogelijk geld te verdienen tegen het einde van het spel. Dit doen ze door plantages aan te leggen, katoen te telen, te verweven in fabrieken en vervolgens de afgewerkte producten op de markt te verkopen. Elk bedrijf heeft een startbudget van een viertal geldbriefjes.
SPELVERLOOP: OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE POSTJES
KATOENPLANTAGES
In deze post mag een groep nieuwe plantages kopen, in ruil voor 2 geldbriefjes. Elke groep begint het spel sowieso al met een aantal plantages. Het is mogelijk dat het gebied (vakjes op het karton) volledig uitverkocht geraakt, snel genoeg zijn is dus de boodschap.
Als ze nieuwe plantages gekocht hebben - of ook gewoon geen nieuwe gekocht hebben, mogen ze een korte opdracht doen.
Opdrachten katoenplantage
- door overbevolking is er maar weinig ruimte; sta met de volledige groep op 3 benen en 2 armen
- 1 iemand is een heilige koe, de rest moet deze aanbidden
- doe heilige-koe-over (aka haasje-over)
- katoenteelt is hard werk; met de groep in totaal 50 keer pompen
-…
Hierna moeten ze de keuze maken:
Gewoon katoen; (rode kaartjes) -> rode dobbelsteen
Sociaal en ecologisch verantwoord katoen -> groene dobbelsteen
Wanneer ze kiezen voor het tweede, zijn ze veilig voor inspecteurs, maar de groene dobbelsteen heeft lagere getallen (de productiviteit van het sociaal en ecologisch verantwoord katoen ligt helaas wat lager, op korte termijn dan toch!)
aantal katoenkaartjes = gegooide dobbelsteen x aantal plantages in hun bezit
Benodigd materiaal
1 leiding, karton met vakjes (plantages die ze bezitten), rode en groene katoenkaartjes, 2 dobbelstenen (een groene met lage cijfers, een rode met hogere cijfers)
DE INSPECTEURS
De inspecteurs zijn de boemannen. Ze lopen rond en tikken mensen nabij de katoenplantages (1 iemand van de groep tikken volstaat). Indien de groep in bezit is van rode katoenkaartjes (onverantwoord katoen) moeten deze allemaal afgegeven worden. Tweede functie: zorgen dat de postjes niet zonder kaartjes komen te zitten :)
DE WEEFTENT
In deze post mogen ze hun katoenkaartjes (rood/groen maakt niet uit) inruilen voor textielkaartjes. Hiervoor moeten ze eerst een opdrachtje uitvoeren. Helaas zijn de werkomstandigheden in de fabrieken zeer slecht: dus alle opdrachten moeten ze met de volledige groep in de weeftent (aka een 2-seconden-tent) uitvoeren.
Aantal textielkaartjes = helft aantal katoenkaartjes (oneven aantal is pech hehe)
Opdrachten weeftent
(hierbij is telkens de volledige groep in de weeftent)
- Maak een piramide met heel de groep in de tent
- iedereen moet een koprol doen terwijl de rest van de groep ook in de weeftent zit
- doe de kabouterdans in de weeftent
- een spel kaarten in volgorde leggen, maar enkel met uw tenen
- met gesloten ogen in groep tot 15 tellen, als 2 tegelijk, dan opnieuw. Ze mogen niet communiceren of gewoon in een rondje tellen
- zonder te praten in volgorde van hun huisnummer gaan staan/zitten
- zonder te praten in volgorde van hun leeftijd gaan staan/zitten
- …
Benodigd materiaal
1 leiding, 2-seconden-tent, textielkaartjes, (pak kaarten voor 1 van de opdrachtjes).
DE TEXTIELFABRIEK
Ook in de textielfabriek heersen er slechte en onveilige werkomstandigheden: vaak gebeuren er ongevallen en geraken werknemers gewond. Concreet: in dit postje moeten de groepjes eerst een vraag beantwoorden. Wanneer ze de vraag fout beantwoorden, krijgt 1 ini uit het groepje een handicap --> wees creatief met touw of blinddoeken (denk aan: twee benen aan elkaar binden, armen rond hun lichaam, iemand blinddoeken, twee ini's aan elkaar knopen...). Wanneer ze de vraag juist beantwoorden, gebeurt er niets.
Onafhankelijk daarvan of ze de vraag juist of fout hadden, mogen ze erna sowieso al hun textiel inruilen voor afgewerkte producten naar keuze.
Aanbod textielfabriek
Sokken: 3 textielkaartjes (waarde: 1 geldbriefje)
T-shirt: 5 textielkaartjes (waarde: 2 geldbriefjes)
Jeans: 7 textielkaartjes (waarde:3 geldbriefjes)
Vraagjes textielfabriek
Hoeveel water is er gemiddeld nodig om een kilo katoen te telen
400 liter water
4000 liter water
8000 liter water
Antwoord: De teelt van een kilo katoen kost gemiddeld 8000 liter water. Het verbruik verschilt echter sterk per gebied: in India is er vaak zelfs 22.000 liter water voor nodig. Een groot deel van dit water is regenwater, maar ook een aanzienlijke hoeveelheid oppervlakte- en grondwater wordt gebruikt en dit vormt wel een groot probleem.
Hoeveel water is er gemiddeld nodig om een kilo textiel te verven
50 liter water
100 liter water
400 liter water
Antwoord: Het verven van een kilo textiel kost gemiddeld 100 liter water.
Wat is ongeveer de gemiddelde waterafdruk van een katoenen T-shirt?
300 liter water
2700 liter water
6200 liter water
Antwoord: ca. 2700 liter water. Donker gekleurde T-shirts vergen nog iets meer water dan lichte.
Hoeveel van de pesticiden wereldwijd komt in de katoenteelt terecht?
2,5%
7%
18%
Antwoord: ca. 18% van alle pesticiden wordt voor de katoenteelt gebruikt.
Bij biologisch katoen worden chemische bestrijdingsmiddelen niet gebruikt. Toch is ook biologisch katoen niet de beste oplossing. Waarom?
Je hebt bijna dubbel zoveel oppervlakte nodig om biologisch te telen
Het waterverbruik blijft een groot probleem
Ook bij biologische katoenteelt geraakt de bodem zeer snel uitgeput
Antwoord: Biologische katoen is wel een stap in de juiste richting, maar waterverbruik blijft een groot probleem. Door lagere productiviteit kan ook ruimteverbruik een probleem vormen. Er is echter geen gebruik van schadelijke pesticiden en de bodem wordt niet uitgeput
Er wordt gezocht naar alternatieven voor (biologisch) katoen. Welke stelling is niet juist
men maakt textiel van bamboe
men maakt textiel van sojaplanten
men maakt textiel van brandnetelvezels
Antwoord: sojaplantentextiel is zever! Brandnetelvezels en bamboe worden wel degelijk gebruikt
Maar liefst 1/3 van het katoen dat wordt geteeld is GGO-katoen. Wat houdt het begrip “GGO” in?
Genetisch gemodificeerde (=gemanipuleerde) organismen (men past dus de genen van de plant aan zodat die beter bestand zou zijn voor bepaalde plagen)
Gestructureerd gebouwde organismen (deze planten zijn zo gebouwd dat ze minder ruimte innemen, ze kunnen echter niet tegen hevige wind of regenval door een zwakkere bouw)
Genetisch geconfigureerde (=aangepaste) organismen (planten die eigenlijk niet in een bepaald gebied horen, maar zich zo hebben aangepast dat ze er min of meer kunnen overleven)
Antwoord: GGO’s zijn genetisch gemodificeerde organismen. Zaadbedrijven beweren dat de toepassing van pesticiden afneemt en het rendement toeneemt. Dit is echter zeer betwist, en er zijn vermoedelijk schadelijke gevolgen voor milieu en gezondheid aan verbonden.
Naar het einde van het spel toe: geef drie belangrijke redenen waarom katoen schadelijk is voor het milieu (Gebruik pesticiden en meststoffen, gebruik van bewerkbare grond (die men kan inzetten voor iets anders, behoefte aan extra bewatering, bodemerosie en bodemuitputting,…)
Wat is problematisch aan het pesticiden gebruik in India en andere landen?
Negatief effect op gezondheid, minder vruchtbare bodem en vervuild drinkwater
Pesticiden hebben een korte houdbaarheidsdatum waardoor er veel worden weggegooid en de afvalberg stijgt
Extreem negatief effect op luchtkwaliteit, ademhalingsproblemen bij de boeren
Antwoord: het eerste antwoord is meest correct
Hoeveel pesticiden werden er gebruikt denk je, om 1 katoenen t-shirt te vervaardigen
1 eetlepel
3 eetlepels
7 eetlepels
Antwoord: 7 eetlepels
Voor hoeveel procent van het wereldwijde watergebruik is de katoenteelt verantwoordelijk?
0,06 %
1,3 %
2,5 %
Antwoord: katoenteelt is verantwoordelijk voor een ruime 2,5 % van het wereldwijde watergebruik.
Katoen wordt natuurlijk niet in Belgie geteeld. Dit betekent dat dus ook het vele transport een negatieve impact heeft op het milieu. Hoeveel CO2 uitstoot zou er ongeveer zijn voor elke kg katoen die naar Belgie komt?
10 kg CO2
15 kg CO2
20 kg CO2
Antwoord: 10 kg CO2
Benodigd materiaal
1 leiding, productkaartjes, touw, blinddoek, vraagjes i.v.m. katoenteelt/water,
DE MARKT
Hier worden de producten afgenomen door consumenten.
Kousen = 1 geldbriefje
T-Shirt = 2 geldbriefjes
Jeans = 3 geldbriefjes
Mogelijke variatie: soms zijn er speciale opdrachten (bv. 2 kousen, 1 t-shirt en 2 jeans). De eerste groep die deze combinatie van producten allemaal tegelijk naar de markt brengt, krijgt een speciale premie (extra geldbriefjes). Dit aanbod is tijdelijk en enkel geldig totdat de eerste groep het heeft voltooid.
Andere mogelijke variatie: de consumenten lopen rond i.p.v. op 1 vaste plek en moeten gevonden worden.
Benodigd materiaal
1 leiding,
HET HOSPITAAL
Wanneer de ini's hun handicaps/verwondingen/ziektes die ze in de fabriek hebben opgelopen, willen laten genezen, moeten ze naar het hospitaal. Hier zit de dokter met de schaar, die hen in ruil voor 1 geldbriefje verlost van 1 van hun kwalen.
Benodigd materiaal
1 leiding, schaar
MATERIAALLIJST
- Karton met vakskes om katoenplantages op aan te duiden
- Katoenkaartjes, textielkaartjes, productkaartjes (vind je hierzo!) --> let wel: de katoenkaartjes moet je na het printen nog een groene/rode rand geven!
- Geldbriefjes (vind je hierzo!)
- Groene dobbelsteen: gebruik een dobbelsteen waarop je op elke zijde een groen papiertje plakt. Hierbij gebruik je enkel lage cijfers, vb. 1, 1, 2, 2, en 3, 3
- Rode dobbelsteen: gebruik een dobbelsteen waarop je op elke zijde een rood papiertje plakt. Hierbij gebruik je ook enkele hogere cijfers, vb. 2, 2, 3, 4, 5, 6
- 2-secondentent
- Touw
- Schaar
- Blinddoek / handdoek / ne trui
- tijd en karton over? schrijf het aanbod van elk postje op een kartonneke zodat het duidelijk is voor de groepen (vb. "Markt: Kousen = 1 geldbriefje, T-Shirt = 2 geldbriefjes, Jeans = 3 geldbriefjes)
- ander materiaal dat je nodig zou hebben voor bepaalde opdrachtjes (bv. pak spelkaarten,...)
VARIATIE(S) OP HET SPEL
De doelgroep van dit spel zijn ini's. Mits enige aanpassingen is het mogelijks ook speelbaar met piepers :)