Vleermuizen

Mathias Balcaen

Vleermuizen

Doel:

Uitvinden hoe vleermuizen leven door ze na te bootsen.

Duur:

Onbepaald

Aantal deelnemers
Aantal deelnemers: 1000 tot 1000
Aantal begeleiders
Aantal begeleiders: 1 tot 1000
Thema
Natuur
Terrein
Natuur, Stad, Binnen
Seizoen
Lente, Herfst
tumblr_of4sm5JqAm1viyezzo1_500

Wanneer?

April-september, maar vooral in de zomer, eigenlijk (juni-augustus).

 

De Batdetector

We hebben met JNM BXL een batdetector, maar hoe werkt dat, eigenlijk? Vleermuizen roepen op een heel hoge frequentie die voor het menselijk oor onhoorbaar is. Een batdetector zet dit geluid om naar een lagere frequentie zodat we die kunnen horen. Je kan twee soorten geluiden onderscheiden: ‘natte’ en ‘droge’. De droge klinken zo droog omdat het zo’n kort geluid is dat onze hersenen niet genoeg tijd krijgen om er een ‘klankkleur’ aan te geven, het klinkt zoals het tikken van een knikker op de grond, heel neutraal.

De meeste soorten zijn te horen op 42-45 kHZ. Sommige soorten zitten daar boven/onder, dus als je die ook wilt horen, draai je best de hele tijd met het frequentieknopje (en stop je zodra je iets hoort om de juiste frequentie te vinden).

 

Uitgebreide versie:

http://www.natuurpunt.be/uploads/biodiversiteit/zoogdieren/documenten/pag_1050_bat_detector_handleiding.pdf

 

Spelletjes:

- Vleermuizenseks: de groep wordt onderverdeeld in mannetjes en vrouwtjes en geblinddoekt. Elk ‘koppel’ van mannetje en vrouwtje spreekt een geluid af dat ze zullen maken. De mannetjes verspreiden zich nu over het terrein en moeten proberen hun vrouwtje zo snel mogelijk bij hen te lokken.

 

- Echolocatie:

* Iedereen vormt een cirkel met één geblinddoekte ‘vleermuis’ in het midden. Deze vleermuis moet proberen om te vinden waar in de cirkel zich een bal/koekje bevindt en deze te pakken. Hij doet dit door ‘O’ (of iets anders) te roepen naar één iemand in de cirkel. Als deze persoon de bal/het koekje heeft, moet hij/zij ’O’ terug roepen, anders ‘A’ (ofzo). Als hij weet waar de bal/het koekje zich bevindt, tikt hij de persoon met de bal en mag hij zijn prooi verorberen. Je mag natuurlijk wel de bal of het koekje doorgeven aan de persoon naast je. Zo leren de kindjes dat de vleermuis eigenlijk de hele tijd moet roepen, zonder pauzes om zijn prooi te kunnen vinden.

 

* Iedereen zet zich doorheen elkaar binnen een afgebakend terrein. De ‘vleermuis’ moet geblinddoekt naar de overkant lopen en kan bepalen waar de andere personen staan op dezelfde manier als hierboven (als je in een rechte lijn voor de vleermuis staat, roep je terug). Je kan dit iedereen om het snelst laten doen. Wel oppassen voor piepers die tegen elkaar lopen! (In fase 2 kunnen de kindjes binnen het terrein eventueel beginnen bewegen om het moeilijker te maken.)