Natuurtuintjes
Beheerwerkgroep
Doel:
De saaie Vlaamse tuinen wat op te fleuren door bij de JNM-ouders te vragen of zij een vierkante meter openstellen om in te zaaien met grasland en wilde bloemen.
Duur:
3 uur
- Doelgroep
- Piep, Ini, Gewoon lid
- Aantal deelnemers
- Aantal deelnemers: 1 tot 1000
- Aantal begeleiders
- Aantal begeleiders: 2 tot 1000
- Thema
- Beheer
- Terrein
- Natuur, Stad
- Seizoen
- Zomer, Lente, Herfst
- Benodigdheden
- Zaaigoed, Hark en ander tuinmateriaal, Grond, Brief voor de ouders, Aankondiging, Persbrief
Waarom?
Natuurtuinen hebben veel voordelen voor mens en natuur. Zo kunnen ze een thuishaven bieden aan heel veel plant en diersoorten en brengen ze leven in je tuin. Ze kunnen ook fungeren als “Stepping Stones”: Groene eilandjes in een zee van beton, gemaaide gazons en asfalt, die dieren en planten de kans geven om even tot rust te komen en voedsel te zoeken als ze op doortocht zijn van het ene natuurgebied, naar het andere.
Hoe?
Het plan is als volgt: we proberen de saaie Vlaamse tuinen wat op te fleuren door bij de JNM-ouders te vragen of zij een vierkante meter openstellen om in te zaaien met grasland en wilde bloemen. Daarvoor zijn er maar een paar ingrediënten nodig:
1) Grond
De grond zoeken we bij de ouders van jullie liefste piepers en ini’s. Hierbij vinden jullie een brief voor de ouders (zie hierboven), waarin we vriendelijk vragen om enkele vierkante meters te reserveren voor natuur. Jullie sturen deze brief op naar de ouders. Vraag hen hoeveel vierkante meters ze openstellen. Stuur enkele dagen voor de activiteit nog een mail ter herinnering. Maak afspraken, wanneer komen jullie langs, met hoeveel JNM’ers… Breng een bedankje mee voor de ouders, chocolaatjes van de Oxfam, bio-appelsap…
2) Enthousiaste JNM’ers
Organiseer een leuke activiteit in de maand april, mei of september en de JNM’ers komen vanzelf. Een voorbeeld van een aankondiging vind je hierboven.
3) Een plan
Een plan is het moeilijkste onderdeel. Je kan op één dag meerdere tuinen inzaaien, maar dan zal je je wel moeten verplaatsen. Dat kan met de fiets. (meer fietstips hieronder) Als er veel ouders hun tuinen openstellen, moet je keuzes maken. Reken zeker een half uur tot drie kwartier per tuin. Probeer tuinen te kiezen die dicht bij elkaar liggen. Laat aan de ouders weten om hoe laat jullie ongeveer langskomen, zodat ze niet de hele dag hoeven te wachten.
Misschien moet je enkele ouders teleurstellen. Die tuinen kan je volgend jaar nog doen of je geeft zaadjes mee aan hun ini of pieper zodat ze die zelf kunnen inzaaien.
4) Materiaal en zaad
Voor het aanleggen van het grasland heb je een harkje, een schop, water, zaad en eventueel een net of gaas nodig. Een harkje en een schop kan je zelf meenemen of vragen aan de ouders. Water zullen de ouders ook wel hebben.
Als je geen idee hebt wat je best zaait, kan je mailen naar bwg@jnm.be. Geef hierbij (indien mogelijk) informatie over de bodemsoort, de oppervlakte… Zodat we je een goed voorstel kunnen doen.
5) Veel geroezemoes in je buurt
Maak JNM bekend. Lokale kranten en televisie zijn graag op zoek naar positieve verhalen van mensen uit de buurt. Een actie als deze past daar helemaal in. Daarom hebben we voor jullie een kant-en-klare persbrief (zie hierboven). Je moet het enkel opsturen naar de lokale krant even voor de activiteit plaatsvindt.
Hoe moet je inzaaien?
Het zaaien zelf doe je best rond april, mei of september. Leg het stukje bij voorkeur aan in een zonnige hoek! Insecten en andere koudbloedigen zullen hier erg van profiteren! Dat doe je best door je veldje naar het zuiden te oriënteren. Als het zuiden niet lukt, kies dan bij voorkeur het westen.
Een bloemenweide ontwikkelen lukt beter op iets armere en schralere gronden. Daarom is het aan te raden om eerst de bovenste 5 à 10 cm aarde van je toekomstige bloemenveld te verwijderen (plaggen). De laag die je verwijdert is de donkere humusrijke laag die je bovenaan de bodem vindt. Hierin zitten immers de meeste nutriënten opgeslagen, waardoor je die dus uit het systeem verwijdert. De humus kan je uitstrooien in de rest van de tuin, in bloemenperken.
Pas echter op: Als je té diep afplagt, dan verwijder je meteen ook het grootste deel van de zaden die zijn achtergebleven in de bodem.
Hark de bodem lichtjes effen, je zaait je de zaden. Vervolgens hark je bodem opnieuw en stamp je de bodem lichtjes aan. Hierdoor komen de zaden in de bodem, waar ze kunnen kiemen en zijn ze beter beschut tegen hongerige dieren.
TIP: Als je bij het zaaien de zaadjes een beetje gelijk wilt verspreiden over het veld kan het helpen om wat zaagsel of zand toe te voegen aan de zadenmengeling.
Besproei je veld eventjes om te vermijden dat je zaden uit drogen. Probeer de vogels en andere zaadeters weg te houden, want die lusten je jonge zaadjes wel! Je kan een net opspannen op 5 tot 10 cm van de grond, zodat vogels er niet aan kunnen.
Of vertel de ouders hoe ze voor het grasland moeten zorgen, nl. niet bemesten en twee keer per jaar maaien in mei/juni en in september. Bedank de ouders met een kaartje, chocolade van de oxfam…